Vaak denk ik terug aan waar mijn reis werkelijk begonnen is. Niet in een leslokaal vol theorie, maar in de ruwe praktijk van het leven zelf. Wat velen niet van mij weten, is dat ik mijn schooltijd doorbracht op het speciaal praktijkonderwijs. Niet omdat ik niet wilde leren, maar omdat het onderwijssysteem waarin ik terechtkwam geen ruimte bood voor de manier waarop ík leerde.
Leren op school voelde voor mij nooit als groei. Integendeel, het voelde als een keurslijf waarin ik verplicht werd deel te nemen aan lessen die mij totaal niet aanspraken. Zo moest ik bijvoorbeeld textielbewerking volgen – een vak waar mijn hart mijlenver vandaan lag. Koken? Ook niet mijn passie. De lespakketten waren beperkt, de mogelijkheden smal, en niemand vroeg waar mijn talent lag. Niet omdat ze het niet wilden, maar omdat het systeem daar eenvoudigweg niet op ingericht was. Het draaide niet om aanleg of passie, maar om het volgen van een voorgeschreven pad.
Pas toen ik van school afging, begon mijn échte ontwikkeling. Wat voor velen misschien vreemd klinkt, was voor mij de pure realiteit. School had mij niet klaargestoomd voor het leven – het leven zelf deed dat. Door te proberen, te struikelen, en weer op te staan. Door fouten te maken, en daar lessen uit te trekken die geen enkel lesboek mij ooit had kunnen leren. Want juist die fouten, die pijnlijke of onverwachte momenten, vormen je karakter. Ze scherpen je inzicht. Ze maken van een mens geen ‘geleerde’, maar iemand met ervaring – met échte kennis.
En toch zie ik dat sommige mensen moeite hebben met het feit dat ik inmiddels zo ver ben gekomen. Misschien omdat het niet past binnen hun plaatje van hoe succes eruit zou moeten zien. In onze samenleving heerst nog altijd het idee dat je diploma’s nodig hebt om iets te bereiken. Dat succes komt via de officiële route: school, studie, certificaat. Maar dat is slechts één pad. De werkelijkheid heeft mij iets anders geleerd.
Want wie iets doet, leert. En wie blijft doen, wordt er beter in. Het is de handeling die leidt tot beheersing, niet de theorie. Een stuk papier kan nooit op tegen jaren van proberen, oefenen, en ervaren. Echte kennis komt voort uit het leven zelf – uit werken, vallen, opstaan, en doorgaan.
Dat geldt ook voor het vak waar mijn hart inmiddels ligt: het kaasmaken. Eeuwen geleden bestond er geen school die je vertelde hoe je kaas moest maken. Het werd geleerd van generatie op generatie. Door te kijken. Door te doen. Door met je handen te voelen wanneer melk wrongel wordt, hoe zuur een cultuur mag zijn, wanneer een kaas goed gepekeld is. Het was – en is – een ambacht dat je alleen door praktijk in de vingers krijgt.
In dat opzicht voel ik me verwant met die oude traditie. En toch ben ik dankbaar voor de kennis die ik tegenwoordig wél via scholing heb mogen ontvangen. De opleiding die ik via LSBL volgde, bracht verdieping, structuur en een wetenschappelijke basis aan de kunde die ik door ervaring had opgebouwd. Dankzij LSBL leerde ik niet alleen hóe dingen werken, maar ook waarom. En dat heeft mijn vakmanschap naar een hoger niveau getild.
Mijn dank aan LSBL is dan ook oprecht en groot. Jullie hebben bijgedragen aan het fundament van mijn huidige ambacht. Jullie hebben kennis gedeeld die ik nu – met beide handen – in de praktijk breng.
Wat ik de wereld wil meegeven? Dat een mens zonder praktijkkennis overgeleverd is aan theorie die nooit tot leven komt. Want kennis leeft pas wanneer ze wordt toegepast. En kaasmaken? Dat is en blijft een ambacht. Iets dat je niet uit boeken leert, maar met je handen, je ogen, je neus – en bovenal: je hart.