Waar is de oudste kaas gevonden?

De oudste fysieke resten van kaas werden gevonden in graven in Egypte en de Taklamakan-woestijn in China, maar mogelijk werd kaas al duizenden jaren eerder gemaakt. De bekendste vondsten zijn:

1. Egypte – 3.200 jaar oud

  • In 2018 ontdekten archeologen een brok versteende kaas in een graf bij de stad Saqqara, Egypte.
  • Het ging om een kruik met een vaste witte massa, gedateerd op ongeveer 1.250 v.Chr., dus ruim 3.200 jaar oud.
  • Analyse toonde aan dat de massa een mengsel was van koeien- en schapenmelk, met sporen van de bacterie Brucella melitensis (mogelijk ziekmakend).

Dit is de oudst bekende kaas waarvan het recept en de samenstelling zijn vastgesteld.

2. China – 3.600 jaar oud

  • In 2014 vonden onderzoekers kazen in de beroemde Tarimbekken-mummies in de Taklamakan-woestijn (Xinjiang, west-China).
  • Deze mummies zijn uitzonderlijk goed bewaard gebleven door het droge klimaat.
  • Aan het lichaam en rond de nek van enkele mummies zaten resten van een gerijpte zuivelmassa — een soort vroege kaas.
  • Analyse wees uit dat het een gefermenteerd melkproduct was, gestremd zonder stremsel, maar waarschijnlijk met behulp van zuivelvriendelijke bacteriën en zuurgraadverhoging (zoals we bij kwark of verse kaas zien).

Deze vondst is nóg ouder dan de Egyptische kaas: ca. 1.600 v.Chr., oftewel meer dan 3.600 jaar geleden.

Hoe werd kaas toen gemaakt?

De oudste kaassoorten waren waarschijnlijk:

  • Zure melkproducten die stremden door warmte en natuurlijke verzuring.
  • Zonder kalfsstremsel, maar gestremd door bacteriën of vijgenenzymen.
  • Gedroogd in de zon of bewaard in kruiken, huiden of manden.
  • Gecombineerd met zout of as om langer houdbaar te zijn.

Er is geen bewijs voor harde kazen in die tijd, maar het waren eerder zachte, kruimelige kazen of gedroogde wrongel – goed voor reizigers, soldaten of als offergave.

Vermoedens van nog oudere kaasproductie

  • In Polen werden keramiekfilters gevonden met melkvetresten, gedateerd op ca. 5500 v.Chr.
  • In Zuid-Anatolië (Turkije) en de Zuidelijke Levant zijn aanwijzingen van zuivelverwerking in de neolithische landbouwculturen van ca. 7000 v.Chr.
  • Deze sporen bewijzen niet dat men kaas maakte zoals wij die kennen, maar wel dat er al melk werd verwerkt — en mogelijk gefermenteerd tot yoghurt of kaasachtige producten.

Waarom maakte men toen al kaas?

  1. Melk was bederfelijk – kaas verlengde de houdbaarheid.
  2. Lactose-intolerantie was veel voorkomend – fermentatie verlaagt de hoeveelheid lactose.
  3. Eiwitbron – belangrijk voor overleving in droge of koude streken.
  4. Goed vervoerbaar – kaas kon mee op reis, in zadeltassen of potten.